De ETS Inside-server moet fysiek met de installatie verbonden zijn. Om de manier te bepalen waarop ze met elkaar verbonden zijn (interface tussen de ETS Inside-server en de KNX installatie), moet u naar het dashboard van uw ETS Inside gaan en daar op de "Verbindingen"-knop op de hoofdwerkbalk tikken.
Zodra u op de 'Verbindingen'-knop tikt, wordt u naar de Connections-pagina doorgestuurd. Als er KNX interfaces worden gevonden, worden ze in de lijst weergegeven.
Aan de rechterkant ziet u de busverbindingen die werden ontdekt. Als u er één wilt selecteren, hoeft u er gewoon op te tikken.
Zodra u dat doet, wordt de verbinding actief en wordt ze onder het "Huidige verbinding"-venster op de linkerkant weergegeven en verdwijnt ze uit de 'Ontdekte'-aansluitingen aan de rechterkant. U kunt nu dus doorgaan met de configuratie van uw project met ETS Inside.
OPGELET: USB- en IP-routinginterfaces worden automatisch herkend en in ETS Inside weergegeven. U hoeft ze dus niet zelf aan te maken. Een interface die niet automatisch werd herkend, kan niet worden gebruikt.