Wat de lengte van een telegram betreft, maken we een onderscheid tussen twee types van telegrammen: zie hier.
De lengte van telegrammen kan de communicatie tussen twee apparaten beïnvloeden, i.e. de mogelijkheid om te communiceren is afhankelijk van de feitelijke communicatiepartners & het soort communicatie.
Over de communicatiepartners
Er kunnen drie combinaties worden onderscheiden:
- Standaard + Standaard
- Als beide apparaten standaardframes ondersteunen, zullen ze altijd in staat zijn om in beide richtingen met elkaar te communiceren.
- Standaard + Uitgebreid
- De mogelijkheid dat een apparaat dat standaardframes ondersteunt, communiceert met een apparaat dat uitgebreide frames ondersteunt, is afhankelijk van het soort communicatie. Doorgaans kan een apparaat dat uitgebreide frames ondersteunt echter altijd frames verwerken die afkomstig zijn van een apparaat dat standaardframes ondersteunt.
- Uitgebreid + Uitgebreid
- Voor alle communicatie tussen twee apparaten die uitgebreide frames ondersteunen, moeten we rekening houden met de zogenoemde 'APDU-lengte'. Als beide apparaten dezelfde APDU-lengte hebben, zullen ze altijd in staat zijn om in beide richtingen met elkaar te communiceren. De mogelijkheid dat een apparaat dat een kleinere APDU-lengte ondersteunt (bv. 50) communiceert met een apparaat dat een grotere APDU-lengte ondersteunt (bv. 100), is afhankelijk van de soort communicatie. Doorgaans zal een apparaat dat de grotere APDU-lengte ondersteunt echter altijd frames kunnen verwerken die afkomstig zijn van een apparaat dat de kleinere APDU-lengte ondersteunt.
Over het soort communicatie
Er kunnen drie soorten communicatie worden onderscheiden:
- Runtime
- De mogelijkheid dat apparaten communiceren tijdens runtime is volledig afhankelijk van het datapunttype, zie hier. Aangezien alle datapunttypes die tot dusver werden gedefinieerd binnen standaardframes kunnen worden verwerkt, is de runtime communicatie tussen eender welke combinatie van communicatiepartners gegarandeerd.
- Merk op dat, met het oog op de veiligheid, er bijna altijd uitgebreide frames worden gebruikt, zelfs bij de meeste runtime telegrammen.
- Inbedrijfname
- De communicatiepartners tijdens de inbedrijfname zijn de interface (die de ETS voorstelt) en het doelapparaat. Het is echter mogelijk om tussen deze communicatiepartners een aantal koppelaars te plaatsen. Het is de taak van ETS om te ontdekken welk type toestellen er in de volledige communicatieketen worden gebruikt. In het 'worstcase'scenario zal ETS alle managementtelegrammen als standaardframes versturen. Als het echter mogelijk is dat ETS de managementtelegrammen als uitgebreide frames verstuurt, wordt de lengte van deze frames ingesteld in overeenstemming met de kleinste APDU-lengte in de volledige communicatieketen.
- Monitoring (diagnose)
- Tijdens de monitoring moeten twee aspecten in aanmerking worden genomen: de APDU-lengte van de interface en het type telegram dat via de bus wordt verstuurd. Voor runtime telegrammen: elk runtime telegram kan door een interface worden vastgelegd. Voor managementtelegrammen: telegrammen met een grotere lengte in verhouding tot de APDU-lengte van de interface kunnen niet worden vastgelegd.