TP1-lijnen kunnen tot TP1-zones worden uitgebreid. Er kunnen maximaal 15 TP1-lijnen in één TP1-zone worden gecombineerd. De basis voor een TP1-zone is de hoofdlijn. Een hoofdlijn voor een TP1-zone is beperkt tot één TP1-lijnsegment, dat NIET mag worden uitgebreid met behulp van TP1/TP1-koppelaars. Om een TP1-lijn op een hoofdlijn voor een TP1-zone aan te sluiten, moet een TP1/TP1-koppelaar worden gebruikt. De hoofdlijn voor een TP1-zone moet worden aangesloten op de primaire kant van deze TP1/TP1-koppelaar, die in dit verband een 'lijnkoppelaar' wordt genoemd. De TP1-lijnen die met de secundaire zijden van de TP1/TP1-koppelaar zijn verbonden, zijn niet beperkt tot één TP1-lijnsegment.
Zonecapaciteit = [capaciteit hoofdlijn] + [capaciteit lijn] x 15
- de capaciteit van de 15 TP1/TP1-koppelaars van de hoofdlijn (primaire kant) bedraagt 15 x 1 = 15 apparaten
- per TP-lijn:
- de capaciteit van de TP1/TP1-koppelaar voor de verbinding met de hoofdlijn (secundaire zijde) bedraagt 1 apparaat
- de capaciteit van de 3 TP1/TP1-koppelaars van de lijn (primaire kant + secundaire kant) bedraagt 3 x 2 = 6 apparaten
Dit brengt de totale capaciteit van een TP1-zone op: [64 - 15] + [(4 x 64) - 1 - 6] x 15 = 3.784 apparaten.
TP1-256-apparaten
Vanaf 2019 kunnen ook TP1-256 apparaten worden gebruikt binnen een TP1-segment. Als er enkel TP1-256-apparaten worden gebruikt, is de berekening van de zonecapaciteit ietwat anders:
Zonecapaciteit = [capaciteit hoofdlijn] + [capaciteit lijn] x 15
- de capaciteit van de 15 TP1/TP1-koppelaars van de hoofdlijn (primaire kant) bedraagt 15 x 1 = 15 apparaten
- per TP-lijn: de capaciteit van de TP1/TP1-koppelaar voor de verbinding met de hoofdlijn (secundaire zijde) is 1 apparaat
Dit brengt de totale capaciteit van een dergelijke TP1-zone op: [256 - 15] + [256 - 1] x 15 = 4.066 apparaten.