Het individueel adres van een apparaat definieert de locatie van het apparaat binnen de topologie.
Individuele adressen worden door twee octetten weergegeven: het octet van het hoge adres van het apparaat en het octet van het lage adres van het apparaat; in een telegram wordt het octet van het hoge adres altijd eerst verstuurd.
Invoeren
- D7+D6+D5+D4 van het octet van het hoge adres van het apparaat geeft de zone (A) weer waartoe het apparaat behoort
- D3+D2+D1+D0 van het octet van het hoge adres van het apparaat geeft de lijn (L) weer waarop het apparaat is aangesloten
- het octet van het lage adres van het volledige apparaat geeft het apparaatadres (D) weer binnen de lijn
Notation
- 'Area'.'Line'.'Device Address' = A.L.D
Regels & interpretatie
- A=L=D=0: niet toegelaten
- L=D=0: zonekoppelaar
- L≠D=0: lijnkoppeling
- A=L=0 : backbonelijnapparaat
- A≠L=0: (zone) hoofdlijnapparaat
- D=0: koppelaar
- D≠0: gewoon apparaat of lijnversterker