Hierbij worden minstens twee objecten betrokken:
- het schakelobject van een tuimelschakelaar (drukknop)
- het schakelobject van een relais (binaire uitgang)
Schakelobjecten hebben een gegevenslengte van 1 bit.
Een KNX schakelfunctie heeft slechts één groepsadres nodig. Dit groepsadres linkt het schakelobject (de schakelobjecten) van de tuimelschakelaar(s) aan het schakelobject (de schakelobjecten) van het (de) relais.
Optie
Een schakelfunctie kan bijkomend feedback over de status bezorgen. Dit is een groepsadres dat een statusobject (led) van de tuimelschakelaar met het feedbackobject van het relais verbindt. Zowel het statusobject als het feedbackobject heeft een gegevenslengte van 1 bit.