Het 'Payload'-veld van een telegram begint met het octet na het octet waarin het 'Lengte'-veld opgenomen is.
D7 definieert het doel van het telegram.
D6 definieert of het telegram een reeksnummer bevat.
De combinatie van D7 & D6 wordt de TPCI genoemd, wat staat voor Transport Layer Protocol Control Information.
D7 = 0: doel van het telegram is om gegevens over te brengen en wordt daarom een 'datapakket'-telegram genoemd
D7 = 1: doel van het telegram is om een communicatiesessie te sturen en wordt daarom een 'controlegegevens'-telegram genoemd
D6 = 0: D5+D4+D3+D2 = er is geen reeksnummer in het telegram opgenomen ('maakt niets uit')
D6 = 1: D5+D4+D3+D2 = geeft het reeksnummer van het telegram weer
Reeksnummer
Het reeksnummer is een soort trackingnummer van het telegram, waarmee kan worden gecontroleerd of er tijdens de communicatiesessie geen telegrammen verloren zijn gegaan. Een reeksnummer kan ook belangrijk zijn om een specifieke volgorde te garanderen waarin de telegrammen worden verzonden en vooral ontvangen.
Controlegegevens
Het 'Lengte'-veld van zo'n telegram is altijd op 0 ingesteld, wat betekent dat er geen extra octetten in het payload-veld zijn. Op basis van D1 en D4 worden 4 types datapakketten gedefinieerd:
- D1+D0 = 00 = TL_connect
- D1+D0 = 01 = TL_disconnect
- D1+D0 = 10 = TL_ACK
- D1+D0 = 11 = TL_NAK
Die telegrammen hebben de volgende betekenis:
- TL_connect: 'Hallo, ik wil met u praten'
- TL_disconnect: 'Wat mij betreft, is dit gesprek voorbij. Dag'
- TL_ACK: 'Oké, begrepen, ga door met het volgende bericht'
- TL_NAK: 'Sorry, dat heb ik niet begrepen. Kunt u de laatste boodschap nog eens herhalen?'
Datapakket
Voor zo'n telegram is het 'Lengte'-veld > 0, wat betekent dat er minstens één extra byte in het Payload-veld zit. Dit telegram is bedoeld om een 'bevel' te verzenden, zoals: sluit/open dit relais, schrijf dit naar die geheugenlocatie, geef me de status van die klep, ...
Het Payload-veld bevat een service-identificatiecode + de GEGEVENS die door die service moeten worden gebruikt. De service-identificatiecode wordt de APCI genoemd, wat staat voor 'Application Layer Protocol Control Information'.
De APCI wordt door 4 bits of door 10 bits weergegeven.
4 bits:
- APCI = D1 en D0 van het eerste Payload-octet + D7 en D6 van het tweede Payload-octet
- als de GEGEVENS-lengte = max. 6 bits: GEGEVENS wordt in de overblijvende 6 bits van het tweede Payload-octet geplaatst
- als de GEGEVENSlengte > 6 bits: GEGEVENS wordt vanaf het derde Payload-octet geplaatst
10 bits:
- APCI = D1 en D0 van het eerste Payload-octet + het volledige tweede Payload-octet
- DATA wordt vanaf het derde Payload-octet geplaatst