Dit artikel behandelt de volgende aspecten:
Een apparaat in een kamer toevoegen
De enige manier om in ETS Inside apparaten aan een project toe te voegen, bestaat erin om de onlinecatalogus te gebruiken, die wordt weergegeven wanneer de 'Apparaat toevoegen'-knop wordt getoond.
Deze knop is alleen zichtbaar op de plaats waar een apparaat fysiek kan worden geïnstalleerd in de gebouwstructuur. Als u een apparaat in een gang wilt toevoegen, moet u dus gewoon op de 'Apparaat toevoegen'-knop tikken
Dan verschijnt het onlinecatalogus-venster, waar alle beschikbare KNX apparaten worden getoond (gegroepeerd per fabrikant).
Aan de linkerkant (1) kunt u tussen alle beschikbare KNX fabrikanten scrollen en aan de rechterkant (2) kunt u tussen alle beschikbare KNX producten scrollen van de fabrikant die u aan de linkerkant hebt geselecteerd. U kunt ook door alle producten van alle fabrikanten scrollen als u bovenaan de optie 'Alle fabrikanten' selecteert. Als u een specifiek product wilt zoeken, hoeft u alleen de naam of het bestelnummer van het product in het zoekveld (3) in te tikken.
De onlinecatalogus geeft voor alle producten de volgende informatie weer (4):
- Naam van de KNX fabrikant
- Catalogusdeel 1
- Catalogusdeel 2
- Bestelnummer
- Applicatie: naam & versie
Als u bijvoorbeeld alleen '286' intikt in het zoekveld, krijgt u de resultaten te zien voor het apparaat 'Push button UP 286', wat in dit voorbeeld het gewenste apparaat is.
Als u het apparaat ten slotte wilt toevoegen, moet u op het gewenste apparaat tikken om het te selecteren. U zult merken dat het geselecteerde apparaat wordt gemarkeerd met een lijst errond en met een vinkje in de hoek bovenaan rechts.
U kunt ook meerdere apparaten selecteren om aan een project toe te voegen.
Zodra het gewenste apparaat is geselecteerd, moet u op de 'Toevoegen'-knop tikken.
Het apparaat wordt dan ingevoerd op de plaats waar het werd gevraagd (de 'gang' in dit voorbeeld).
Als u (op eender welke plaats) een apparaat wilt verwijderen, moet u eerst de 'Bewerkingsmodus' inschakelen door op de 'Wijzigen'-knop (1) op de hoofdwerkbalk te tikken. Zodra de 'Bewerkingsmodus' ingeschakeld is, ziet u de 'werkbalk' (2) verschijnen, waar alle relevante acties worden weergegeven.
Als u een van de weergegeven acties wilt uitvoeren, moet u het apparaat selecteren door erop te tikken. Zodra het geselecteerd is, wordt het apparaat gemarkeerd en wordt een vinkje weergegeven in de rechterbovenhoek van het apparaat (3). Vervolgens worden de beschikbare acties gemarkeerd(4).
Als u het apparaat ten slotte wilt verwijderen, moet u op de 'Verwijderen'-knop tikken.