De sectie Beveiliging wordt gebruikt voor het beheren van sleutelinvoeren en apparaatcertificaten voor KNX Secure.
De sectie Beveiliging wordt zoals hieronder weergegeven als het project nog niet geopend is in ETS:
De sectie Beveiliging wordt zoals hieronder weergegeven wanneer het project in ETS geopend is:
Achtergrondinformatie
ETS-projecten met KNX Secure vereisen altijd een projectwachtwoord. Zonder dit zouden alle gebruikte sleutels zichtbaar zijn in het geëxporteerde project (op het tabblad Beveiliging of in de XML-structuur).
- ETS-projecten met KNX Secure ingeschakeld vereisen altijd de invoer van het projectwachtwoord wanneer het project wordt geïmporteerd, geëxporteerd of geopend.
- Als een project dat momenteel geen KNX Secure-project is, voor de eerste keer een KNX Secure-project wordt, bijvoorbeeld als een KNX Secure-apparaat aan het project wordt toegevoegd, zal een projectwachtwoord moeten worden gegeven (als er nog geen is gegeven).
Apparaatcertificaten
Apparaten die KNX Secure ondersteunen, vereisen hiervoor aanvullende informatie. Het wordt geleverd door de KNX-fabrikanten, samen met deze apparaten.
- De inhoud van een apparaatcertificaat bevat het serienummer (6 tekens) en de fabriekssleutel (16 tekens) van een KNX Secure apparaat, dit levert een tekenreeks van 24 tekens op wanneer ze worden samengesteld.
- De toewijzing van een apparaatcertificaat of van de daarin opgenomen fabriekssleutel van een apparaat in het project wordt uiteindelijk overgedragen via het serienummer.
- Zodra een certificaat voor een apparaat is toegevoegd, kan het apparaat nog steeds gewoon werken, als de ETS-gebruiker dit op die manier besluit, d.w.z. door de functie 'Veilige inbedrijfstelling' op 'Uit te zetten '
Voorbeeld van een apparaatcertificaat
Beeldscherm
De volgende informatie wordt weergegeven in ETS.
Naam | Omschrijving |
Apparaat |
Dit veld is in eerste instantie leeg na import van het certificaat. Wanneer een apparaat wordt gebruikt in een project en eerst wordt gedownload, er is een vergelijking van het serienummer dat van het apparaat wordt gelezen met die van de certificaten van het apparaat. Wanneer er een match is, is hier het individuele adres of de naam van het apparaat te zien. Opmerking: Deze kolom wordt niet weergegeven wanneer het project niet geopend is. |
Serienummer | Unieke hardware ID van apparaat |
Factory Key (FDSK) | Initiële sleutel van de fabriek; is anders voor elk KNX Secure apparaat. |
Functies
Naam | Omschrijving |
Backup keyring |
Deze functie maakt het mogelijk om volledige sleuteldatasets (sleutelhanger) uit het bijbehorende project te exporteren, zodat ze aanvullend (buiten het project) gearchiveerd kunnen worden.
Opmerking: Deze kolom is uitgeschakeld wanneer het project niet geopend is. |
Apparaatcertificaat toevoegen |
Triggert het certificaatdialoogvenster zodat een certificaat kan worden toegevoegd. Het is mogelijk om ofwel de certificaten te scannen (via QR-Code) of de code handmatig toe te voegen (door ofwel te typen of te plakken). Opmerking: Deze kolom is uitgeschakeld wanneer het project niet geopend is. Het is niet mogelijk om '0' of '1' als een Base32 teken in te voeren (om een mix van hoofdletters 'O' of 'I' te voorkomen).
|
Sleutelhanger importeren |
Met deze functie kunt u apparaatcertificaten en serienummers importeren vanuit een bestand in het sleutelhangerformaat (.knxkeys) Zie hier voor meer informatie over het bestandsformaat van de sleutelhanger. Opmerking: Deze kolom is uitgeschakeld wanneer het project niet geopend is. |
Verwijderen |
Verwijdert een geselecteerd certificaat. Verwijderen is uitgeschakeld als het bijbehorende apparaat eerder veilig is gedownload (initiële fabriekssleutel moet worden bewaard voor ETS, bv.. voor herprogrammeren na apparaat - reset) Opmerking: Deze kolom is uitgeschakeld wanneer het project niet geopend is. |