In ETS zijn er drie tools aanwezig voor het opnemen, weergeven, analyseren en verzenden van KNX telegrammen in een installatie alsook voor het zenden en lezen van groepsadressen via een computer:
- Busmonitor
- ETS Busactiviteitsmonitor
- Groepsmonitor
De groepsmonitor en Busmonitor lijken erg op elkaar, maar de groepsmonitor heeft twee extra functies (zie tabel hieronder).
In beide monitoren moet u er eerst voor zorgen dat de juiste businterface is geselecteerd (in de werkbalk bovenaan). De verbinding instellen of wijzigen is alleen mogelijk in de offline modus, d.w.z. als er nog geen opname is gestart.
Om een van de monitoren te starten, kunt u het venstertype wijzigen in 'Diagnose' of klikken op de deelvensterkeuze om het 'Diagnose' venster te selecteren.
Busmonitor
Voor de volledige registratie en analyse van alle runtime-bustelegrammen is de busmonitor nodig. De Bus Monitor heeft eigen exclusieve bustoegang nodig voor de duur van de opname. Dit betekent dat het gedurende het monitoringproces niet mogelijk is om individuele adressen te controleren, een lijnscan uit te voeren of naar componenten te zoeken in programmeermodus.
ETS Busactiviteitsmonitor
De ETS Busactiviteitsmonitor opent geen verbinding met de installatie, maar "luistert" of er een verbinding tot stand is gebracht door ETS. Als zo'n verbinding tot stand wordt gebracht, dan wordt deze monitor eraan "gekoppeld" en geeft deze het verkeer van de verbinding weer. Zodra een dergelijke verbinding wordt verbroken, wordt de ETS Busactiviteitsmonitor losgekoppeld van deze verbinding.
De ETS Busactiviteitsmonitor is een manier om een overzicht te krijgen van welke verbinding is gebruikt voor welke reden wanneer er meerdere verbindingen zijn. Bovendien controleert de ETS Busactiviteitsmonitor alle interfaces, directe IP-verbindingen en lokale USB-verbindingen en niet alleen de interface waarmee u bent verbonden.
Groepsmonitor
De Groepsmonitor is nodig voor het opnemen en analyseren van groepstelegrammen en voor het lezen of verzenden van groepsadreswaarden vanaf een computer. In tegenstelling tot de Bus Monitor heeft de Groep Monitor geen eigen exclusieve bustoegang nodig voor de duur van de opname. Dit betekent dat het tijdens een actieve Groepsmonitor-sessie nog steeds mogelijk is om een individueel adres te controleren, een lijnscan uit te voeren of naar apparaten te zoeken in programmeermodus.
ETS toont de informatie over de opgenomen telegrammen in tabelvorm. De breedte en de schikking van de kolommen kan gewijzigd worden. Het is ook mogelijk om te filteren op bepaalde informatie. Alleen informatie die voldoet aan de filtercriteria die in het veld rechtsboven is ingevoerd, wordt op de monitor weergegeven.
Menubalk
| Menu-item | Beschikbaar in... | Omschrijving |
| Start | Groep/Bus/ETS Busactiviteit | Start de monitor: Starten van het opnemen en afspelen van telegrammen. Tijdens telegramopname wordt de 'Start'-knop grijs weergegeven |
| Stoppen | Groep/Bus/ETS Busactiviteit | Stopt de monitor: Stopt het opnemen en afspelen van telegrammen. |
| Verwijderen | Groep/Bus/ETS Busactiviteit | Wist alle telegrammen in het venster |
| Importeren | Groep/Bus/ETS Busactiviteit | Importeren/openen van eerder opgenomen telegrammen |
| Exporteren | Groep/Bus/ETS Busactiviteit | Exporteren/opslaan van eerder opgenomen telegrammen als monitoring momenteel niet actief is |
| Afdrukken | Groep/Bus/ETS Busactiviteit | Maakt het afdrukken van geselecteerde telegrammen of alle telegrammen mogelijk via het afdrukdialoogvenster. Alleen zichtbare kolommen worden afgedrukt; volgens hun breedte in procenten en in landschapsformaat |
| Telegrammen afspelen | Groep | Hiermee kunnen eerder opgenomen groepstelegrammen (uit een bestand) worden afgespeeld. |
| Replay Stoppen | Groep | Stopt eerder opgenomen groepstelegrammen (uit een bestand) om opnieuw te worden afgespeeld. |
| Opties | Groep/Bus/ETS Busactiviteit | Monitoring-instellingen voor trigger, vastleggen en opnemen kunnen hier worden gemaakt. |
| Groepsfuncties | Groep | Staat het schrijven en lezen van groepswaarden toe met de optie om meerdere instellingen te maken (zie later voor meer informatie) |
Vensterkolommen
| # | Telegramteller |
| Tijd | Telegram opnametijd (computertijd), weergegeven in het overeenkomstige formaat (gedefinieerd in de monitoring opties). |
| Service | Bus service type:
|
| Vlaggen |
Controle informatie:
|
| Prio | KNX Telegramprioriteit |
| Bronadres | Individueel adres van de zender |
| Naam Bron | Naam van de afzender (uit de ETS-projectgegevens). |
| Bronomschrijving | De beschrijving van de bron. |
| Bestemming |
Kan een individueel of groepsadres zijn. Verdere uitleg over mogelijke variaties in het doeladres is te vinden op Vensterkolom Vlaggen & Doeladres in de ETS Monitors |
| Naam Bestemming | Naam van de bestemming. |
| Beschrijving bestemming | Beschrijving van de bestemming. |
| Gebouwfunctie | Naam gebouwfunctie |
| Gebouwonderdeel | Naam gebouwonderdeel |
| Hops teller |
Deze kolom geeft het aantal hops van het telegram (op dat moment) aan. Het aantal hops wordt ook wel 'routingteller' genoemd. |
| Type | KNX telegram APCI service decodering |
| DPT | Datapunttype |
| Info | Bijkomende informatie over de KNX telegram data (memory data read en andere data).
|
| Medium Info | Media-specifieke informatie; gebruikt voor PL/RF |
| Veiligheid | Aanvullende informatie voor KNX Secure telegrams over welk type betrokken is (KNX IP Secure = transportbeveiliging, KNX Data Secure = databeveiliging) |
Statusbalk
De monitorstatusbalk bevindt zich onderaan het monitorvenster en biedt de mogelijkheid om expliciet een interface voor de monitoringsessie te selecteren door op de knop '' te klikken en een van de getoonde interfaces te selecteren (als er geen is geselecteerd, selecteert ETS de meest geschikte interface, zie Verbindingsbeheer)
Zodra een interface is geselecteerd en de monitor is gestart, wordt de volgende interface-informatie weergegeven:
- Naam apparaat
- Individueel adres
- IP-adres (indien van toepassing)
- Domeinadres (indien van toepassing)
- RF-modus (indien van toepassing)
- Aantal opgenomen telegrammen
Zijbalk
Door een specifiek telegram in de monitor te markeren, toont ETS de telegram-informatie in uitgebreid formaat. De verschillende eigenschappen kunnen alfabetisch gesorteerd worden door bovenaan op de kolom “Eigenschap” te klikken.
Afhankelijk van het feit dat de busmonitor of de groepsmonitor werd gebruikt, wordt de volgende informatie weergegeven:
| Acknowledge | Bevestigd / niet bevestigd |
| APCI | Application Layer Control Information: Type bericht over applicatielaag |
| Bevestigingsvlag | Waar/onwaar |
| DataPointType | Naam van het Datapointtype (Als het project geopend werd en indien toegekend) |
| DecodedDpValue | Gedecodeerde Datapoint waarde (bijv. Aan, Uit, Openen, Sluiten etc...) |
| Bestemming | Kan een individueel of groepsadres zijn. |
| Naam bestemming | Naam van het groepsadres; "-" als de naam van het groepsadres niet is opgegeven. |
| Gebouwfunctie | Geeft de functienaam weer waaraan het groepsadres is gekoppeld. |
| Gebouwonderdeel | Geeft de naam van het gebouwonderdeel weer waaraan een functie is gekoppeld en waaraan het groepsadres is gekoppeld. |
| FrameFormat | Telegramformaat: Standaard / Uitgebreid |
| LocalizedType | KNX telegram APCI service decodering (Schrijf, Lees,…) |
| MediumInfoRF | Domein adres voor RF |
| MessageCode | Type van service en welke laag |
| Prioriteit | Laag, Hoog, Alarm, Systeem |
| RawData | De ruwe gegevens van het KNX telegram (cEMI-formaat, bestaande uit servicecode, service-gegevens, komt niet in elke detail overeen met het telegram van de bus) |
| RawDpValue | ruwe waarde van het datapunt |
| RepeatedFlag | Herhaling: Waar/Onwaar |
| RoutingCounter | Waarde van de routeteller |
| Service | Van/naar de bus |
| Bron | individueel adres van de zender |
| Naam Bron | Naam van het apparaat; "-" als de apparaatnaam niet is opgegeven. |
| SystemBroadcastFlag | Waar/onwaar |
| TPCI | Transport Layer Control Information |
Informatie
Extra telegram-informatie vindt u in het tabblad 'Informatie' in het Eigenschappenvenster in de zijbalk. De volgende eigenschappen worden weergegeven
| Duur | Totale duur van de opname |
| Bus last (gem.) | Gemiddelde busbelasting |
| Telegrammen per seconde (gem.) | Gemiddeld aantal telegrammen per seconde op de bus |
| Totaal telegrammen | Total aantal opgenomen telegrammen |
| Herhaalde telegrammen | Aantal herhalingstelegrammen |
| Busy telegrammen | Aantal busy telegrammen |
| Onbevestigde telegrammen | Aantal onbevestigde telegrammen |
| Negatief bevestigde telegrammen | Aantal negatief bevestigde telegrammen |
| Top x zender | Bronadres van de component die de meeste telegrammen op de bus verzendt (en aantal) |
| Top x groep | Meest gebruikte groepadres (en hoe dikwijls dit op de bus verscheen) |
Er is een knop 'Statistieken' aan de onderkant van de zijbalk waarmee de ETS gebruiker statistieken kan genereren met informatie over opnameduur, projectstatistieken, corresponderende afzender/ontvangers en statistieken over groepscommunicatie (wie verzonden, wie niet?) etc.
- De statistieken worden niet gereset wanneer een andere interface is geselecteerd of wanneer de monitor is gestart / gestopt.
- De statistieken worden alleen gereset als de inhoud van de opnamen in de monitor wordt gewist.