Met de wizard Groepsdiagnose kunt u controleren op mogelijke installatiefouten op functionaliteitsniveau, d.w.z. op het niveau van groepsadressen. Er zijn vier verschillende stappen die gecontroleerd worden tijdens de Groepsdiagnose:
Apparaten controleren
Alle apparaten die verbonden zijn met het geselecteerde groepadres worden hier weergegeven (met extra kolommen voor product, kamer, status). Alle koppelaars die groepsadressen filteren worden hier ook getoond. Als er apparaten van meerdere lijnen in de lijst staan, worden deze per lijn gegroepeerd.
A. Knop/pictogram 'LED' knipperend is beschikbaar in de laatste kolom voor elk apparaat (3). Er kan slechts één apparaat per keer worden gecontroleerd.
B. Knop 'Controleer deelnemers' (1)
De volgende controles worden uitgevoerd voor elk apparaat:
- Kan het apparaat worden bereikt via de bus (ping)?
- Is het applicatieprogramma geladen en actief (details hangen af van het apparaat)?
- Leest de groepscommunicatietabellen om te controleren of het adres van de groep inderdaad is gedownload naar het apparaat (gebruikt dezelfde functionaliteit als BusdeelnemerInfo voor groepsadressen).
- Voor koppelaars
- als groepfiltering is uitgeschakeld (route alles): OK
- Als 'Blokkeer alle' is ingeschakeld: niet OK
- Als de filtertabel actief is: leest het relevante deel van de filtertabel en controleert of het groepsadres is inbegrepen.
Of het om koppelaars (of eventueel zonekoppelaars) van een bepaald groepsadres gaat, wordt bepaald aan de hand van de volgende logica:
Groepadres > Toewijzing > Groepsobject > Apparaat > Lijn(en)
Als er maar één lijn in deze lijst staat, zullen er geen koppelaars worden weergegeven. Als er lijnen van verschillende zones in deze lijst staan, dan:
- Lijst van alle lijnkoppelaars (a.l.0)
- Lijst met alle zonekoppelaars (a.0.0)
Houd er rekening mee dat een zone mogelijk geen zonekoppelaar heeft (bijvoorbeeld wanneer er een IP-backbone is). In dit geval wordt er in deze stap niets toegevoegd.
- Lijst met alle zonekoppelaars (a.0.0)
- Voor dummy apparaten wordt de controle overgeslagen.
Zenden/Ontvangen
Deze functie biedt de mogelijkheid om het datapunttype en de waarde van de nuttige gegevens in te stellen en deze via de knop"Write" (3) op de bus te verzenden. Door op de knop 'Lezen' (2) te klikken, kunnen de verschillende ontvangen waarden worden afgelezen in het venster 'Ontvangen waarden' (1).
VERZENDEN (Schrijven)
- De selectie van de (schrijven) waarde zelf hangt af van het datapunttype van het groepsobject waaraan het groepsadres is toegewezen. Het hangt ook af van het feit of er een datapunttype is ingesteld voor het groepsadres.
- De ontvangst van een telegram van de bus via dit groepsadres wordt weergegeven (tijd bronadres + tekst, waarde opgemaakt volgens het datapunttype).
LEES (Lezen)
De gebruiker kan ook de waarde van het groepsadres lezen.
Over het algemeen is dit niet mogelijk als het groepadres niet het verzendgroepadres is van het groepsobject waaraan het is toegewezen en als zowel de Communicatie als de Leesvlaggen zijn ingesteld (apparaten met plug-ins kunnen een uitzondering zijn).
De knop 'Lezen' zal in elk geval worden ingeschakeld maar er wordt een tekst weergegeven die het probleem beschrijft naast de knop als bovenstaande situatie zich voordoet.
Stap 1
Eventuele bestaande lijnverbindingen in het project worden eerst door ETS gecontroleerd (waarvoor het groepsadres in de actieve lijn staat) en deze worden vervolgens gebruikt.
Stap 2 (als stap 1 niet van toepassing is)
Als de actieve (USB)-interface niet is aangesloten op een lijn waarin het groepsadres wordt gebruikt (bijvoorbeeld omdat deze wordt geblokkeerd door koppelaars), zal de wizard dit herkennen en aanbevelen om verbinding te maken met een lijn waarin het groepsadres wordt gebruikt (het toont een lijst van al dergelijke lijnen).
Busverkeer Analyse
Tijdens het analyseren van het busverkeer, worden de volgende gegevens verzameld en weergegeven:
Totale busbelasting (alleen TP)
Aangezien de busbelasting momenteel alleen voor TP is gespecificeerd, is weergave van de busbelasting niet mogelijk voor andere media.
Houd er ook rekening mee dat als de wizard zich niet in de busmonitormodus bevindt, telegrammen met individuele adressen als doel en herhalingen niet in aanmerking kunnen worden genomen. De berekening van de busbelasting maakt gebruik van een glijdend integratievenster van 10 seconden. Het venster van de wizard toont de huidige, maximale en gemiddelde waarde van de uitgevoerde metingen.
Aantal BUSY/NAK en herhalingen
Dat is alleen mogelijk in de Bus Monitor. Het aantal BUSY/NAK en herhalingen wordt weergegeven, inclusief informatie over de bestemming (adres en naam) van het telegram dat de busbelasting veroorzaakt.
De resulterende uitgang wordt gegroepeerd volgens groepsadres en bronadres (d.w.z. één regel voor elke voorkomende combinatie van een groepsadres en een bronadres) en geeft het aantal BUSY, NAK en herhalingen weer.
Gegevens worden permanent opgenomen en de resulterende lijst wordt elke 2 seconden bijgewerkt.
Meest actieve zenders
Met bronadres en naam, aantal telegrammen van dit adres en aandeel van dit aantal in het totaal aantal ontvangen telegrammen.
Voor elk bronadres worden alle telegrammen geteld die van dit adres afkomstig zijn. Ze worden dan gesorteerd volgens de resulterende telling: de lijst eindigt na het 5e adres en adressen waarvan de telling minder dan 2% van het totale aantal telegrammen is, worden genegeerd.
Gegevens worden permanent opgenomen en de resulterende lijst wordt elke 2 seconden bijgewerkt.
Voor de apparaatcontrole wordt, indien gedefinieerd, een overeenkomstige lijnverbinding genomen. Voor de monitor (verzenden/ontvangen) wordt, indien mogelijk, ook de lijnverbinding gebruikt waarin zich één van de apparaten bevindt die aan het groepsadres zijn toegewezen. Als er geen lijnverbinding aanwezig is, zijn de normale interfaces van toepassing en is de volgorde volgens de prioriteit.