Deze wizard controleert of alle nodige stappen tijdens de ingebruikname succesvol verlopen zijn. Deze controle kan uitgevoerd worden voor alle deelnemers in het project, voor één specifieke busdeelnemer of voor alle busdeelnemers die met een specifiek groepsadres verbonden zijn. De functionaliteit is vergelijkbaar met de stap "Apparaten controleren" van de wizard Groepsdiagnose, maar werkt op alle apparaten in het project, niet alleen op de apparaten die verbonden zijn met een specifiek groepsadres.
Het tabblad Apparaatdiagnose kan opgeroepen worden via de projectmenubalk 'Diagnose' > Apparaatdiagnose
De volgende secties beschrijven de twee stappen:
- Basiscontrole
- Uitgebreide Controles
Basiscontrole
Als het betreffende apparaat bereikbaar is en het applicatieprogramma correct is gedownload, verschijnt het resultaat zoals hieronder weergegeven op het scherm.
Als het betreffende apparaat niet bereikbaar is of bv. er geen applicatieprogramma in het apparaat is geladen, wordt de onderstaande informatie weergegeven:
- Fouten worden met een rode cirkel aangeduid, vooraan de probleemomschrijving
- Waarschuwingen zijn gemarkeerd met een geel driehoekig uitroepteken voor de probleembeschrijving
- Wanneer er geen problemen gevonden werden wordt dit met een groene cirkel aangeduid, achter het veld “Resultaat”
Meer gedetailleerde informatie over de basiscontroles vindt u in: Apparaatdiagnose (Gedetailleerd)
Uitgebreide Controles
De volgende stap in de wizard laat toe om “Uitgebreide Controle” uit te voeren. Deze controleert of alle geconfigureerde groepsadressen in de busdeelnemers overeenkomen met deze in het project.
Meer gedetailleerde informatie over de Uitgebreide controles vindt u in: Apparaatdiagnose (Gedetailleerd).